I’m afraid of all I am

I’m afraid of all I am,
My mind feels like a foreign land.
 
Duncan Laurence zingt Nederland naar de 1e plaats. 
 
I’m afraid of all I am,
My mind feels like a foreign land.
 
Bang zijn voor wie je bent.
Gedachten waarin je je vreemd voelt.
Stilte die rinkelt.
 
Willen lijmen wat is gebroken, 
ontdekken dat wat gebroken is 
nooit meer hetzelfde kan worden.
 
Dat we zo graag willen

wat ooit was, 

maar wat nooit meer zal zijn. 

Voor niemand. 
 
Niet voor Thomas, vriend van de vermoorde Julie. 

Niet voor Thijs H. bij de verdenking van 3-voudige moord. 

Niet voor Dieke, vrouw van Dirk,
hij overleed op 37 jarige leeftijd bij de ziekte Alzheimer.
 
Verdriet, angst, uitzichtloosheid, ongeluk.
Het is wat het is, zegt de liefde
in de Oostenrijkse dichter Erich Fried. 
 

Het is alleen maar verdriet 
zegt de angst

Het is uitzichtloos
 zegt het inzicht

Het is wat het is 
zegt de liefde
 


Het verstand, de berekening,
de angst en het inzicht,
 
Het is, zegt de liefde?  
 
Door liefde kunnen we zijn bij wat echt is.
Liefde voor het leven,
Liefde voor elkaar,
Liefde voor jezelf.
Liefde als zijn, in wat is. 
 
Er is niemand die iemand terugbrengt die wij missen.
We kunnen niet helen wat gebroken is in zoals het ooit was.
 
Het is alleen liefde die daarbij is.
Het is wat het is, zegt de liefde.
Carry me home. 

Vecht er niet tegen, maar zie wat is gebeurd onder ogen

‘Lijden overkomt iedereen, maar elk mens heeft een keuze hoe hij daarop reageert. Wat er is gebeurd, kun je niet meer veranderen. Wat je wel kan veranderen is de manier hoe je daar nu mee omgaat.’

Edith Eger is deze dagen in Nederland. Zij deelt met ons haar doorleefde jaren in Auschwitz in toegankelijke woorden. Als ik deze woorden hoor, lees, betrap ik mezelf erop dat ik bijna wegzweef in een andere wereld. In de wereld van een boek of een film. Boeken en films die juist in deze dagen van herdenking van bevrijding rondom ons aanwezig zijn.

Maar Edith Eger zegt het nu(!) tegen ons. Evenals dat Edith tegen ons zegt: ‘onze kinderen leren door te zien wat wij doen.’ Zijn en doen. De keuze wij hebben hoe wij nu omgaan met wat ooit is gebeurd. Aansluitend bij wat Viktor Frankl schrijft: ‘Het gaat ons om de kleine ruimte tussen de situatie en je reactie. Die kleine ruimte is je vrijheid. Daar halen we de zin om te vechten voor het leven vandaan.’

De kleine ruimte in onze situatie en onze reactie is het nu, de keuze in hoe we daar nu mee omgaan. Edith Eger zegt, vecht er niet tegen, maar zie onder ogen wat is gebeurd. Onder ogen zien wat is gebeurd. Deze zes woorden nodigen ons uit om er te zijn. Te zijn in het nu. Te zijn in het nu met wat er ooit is gebeurd.

Deze woorden tegen elkaar zeggen als er veel in je leven is gebeurd, maakt ons soms onzeker. Degene die je uitnodigt om je verleden onder ogen te zien kan onzeker zijn. Wat zal er zijn, wat zal de ander zeggen? En als het tegen jou wordt gezegd? Hoeveel angst grijpt je aan? De angst om terug te gaan, naar waar je nooit had willen zijn.

Het helpt om nu goed naar Edith Eger te luisteren. Onder ogen zien. Wij hebben nu de keuze in wat nu is. Zoals Edith Eger zegt, ik keer in gedachten nog wel eens terug naar het kamp, maar ik blijf er niet. Onder ogen zien is niet in het verleden blijven. De keuze is zijn in het nu, met wat er is door wat er ooit is geweest. De keuze maken hoe wij daarmee omgaan. Dat geeft vrijheid, samen.

In de ogen kijken

Ik ervaar de ander en mezelf, als ik de ander in de ogen kijk. Ik ervaar wat tussen ons is. En er is ook zoveel waar ik mij niet bewust van ben. Wat ik niet weet. Niet over de ander, niet over mezelf. 

Deze week merkte ik op hoe belangrijk het is dat wij ‘er’ durven blijven. Blijven kijken met dat ongemakkelijke gevoel. De ander daar ook te laten zijn. Jezelf ook. Het raakte mij aan in de begeleiding van een groep, dat juist het wegkijken genoemd werd als ‘bron’ van verdriet. Gezondheid is niet oplosbaar, leven is niet maakbaar. Ieder mens heeft een weg te gaan en wordt daarin geconfronteerd met angst. Daarin verschillen we niet.  Wel verschillen wij in hoe wij geconfronteerd worden met einde van ons leven. 

Er zijn en blijven, elkaar in de ogen kijken, geeft betekenis. In alle ongemakkelijkheid, in elkaar de ruimte geven in de diversiteit hoe wij hiermee omgaan. Ruimte en de ander en jezelf blijven zien. Het is een existentieel verschil.  Ik stel me de vraag wat dit betekent. Als ik de ander in de ogen kijk, de ogen van iemand die de dood in ogen kijkt. Als ik niet weg wil kijken, juist omdat ik er voor de ander wil zijn, wat is er dan nodig?  Tijdens de bijeenkomst stond stil een afbeelding op de wand. Een schilderij van Mark Lawrence ‘I will trust in you’, met de woorden van Brené Brown, ‘Kwetsbaarheid begint met moed. Moed om er te zijn’. 

Kwetsbaarheid. Levensvragen. Moed om er te zijn. In de ogen kijken. Ruimte geven aan. Vertrouwen. Het gaat niet over de grote antwoorden, over de oplossingen die er niet zijn. In de ogen kijken en zien wat er is, dat vraagt moed. Moed om er samen te zijn. 

Hoe zie je een ander?

Afgelopen week was ik een paar dagen aan zee. De eerste dag was het weer grijs, grauw en regen. Het was koud.In de nacht was het donker, alleen het schuim verlichtte de zee.

De tweede dag scheen de zon. Een blauwe lucht afgewisseld met wolken. Ik fotografeer graag de zee. Thuis keek ik naar de foto’s. In nog geen 24 uur had ik verschillende beelden gemaakt van één zelfde zee. Het verschil in licht en donker, zon en wolken, maar ook de positie waarvan uit ik de foto maakte gaf verschillende beelden. Ik deelde de foto’s met anderen, ook zij gaven verschillende reacties.

De zee. In haar bewegingen, kleuren, reflecterend in het licht, de weerspiegeling van donker. De zee, gelijk ook wij haar ge-lijken.

Wat wij kunnen zien in een ander, hangt van af van bewustzijn van onderscheid en diversiteit.
In onszelf, in een ander en in omstandigheden. Zo vol verwondering als ik vorige week bij de zee mocht staan,

Hoe betekenisvol is het als ik zo een kan ander ont-moeten?
Toen ik diep door mijn knieën ging om deze foto te maken, zag ik iets moois.Iets wat al minutenlang naast mijn voeten lag.

De boot van de gewonigheid

Een gewoon iemand is iemand die past in het sociale weefsel waarin heel veel variatie mag bestaan, zegt Dirk de Wachter tijdens het programma de wereld van Sophie. Daarover gaat inclusie. De vraag is wat past? Passen in diversiteit. Het goede ligt vaak dichterbij dan we denken. De gewone dingen.

Het doet mij vandaag stil staan bij de populariteit naar zinvinding, zingeving zoals de boeken van Viktor Frankl en Edith Eger. Onze zoektocht naar zin van leven, zin van bestaan. Het grotere, het hogere. En de uitnodiging van leven, om aandachtig en aanwezig te zijn. Het gewone, welke vraag stelt het leven aan jou, in het hier en nu. In de keuze die je maakt, in hoe jij omgaat met een ander, met jezelf?

Eerder schreef ik over lijden ver-dragen. Tevreden zijn met dat is wat het is. Gewoon zijn met een bepaalde vorm van ongelukkigheid wat ons de balans van tevredenheid geeft. De waarde van het gewone, het kleine, dat te kunnen zien. Wellicht is dat nodig om opnieuw te passen. Bij inclusie kijken we naar wat iemand wel kan, naar gezondheid in plaats van ziekte. En tegelijkertijd merken we op dat wat wij definiëren als abnormaal ons ervan weerhoudt om samen te passen in het sociaal weefsel.

De manier waarop wij om kunnen gaan met anderen, en veranderingen, begint ook hoe wij in het ‘gewone’ kunnen leven. Hoe wij daar ‘wel’ in zijn, en kunnen blijven. Hoe we ons daarin hartelijk verwelkomen, ook in de diversiteit die wij zelf in ons hebben. Hoe we mogen passen in onszelf. In ons eigen weefsel. Als ik daaraan denk, hoe ik pas in mezelf en wat daarin nodig is om dat te ver-dragen. In het gewone, dan geeft het mij grond, betekenis aan vandaag. Niet omdat er betekenis moet zijn. In aandachtig en aanwezig zijn, ontvouwt zich het wonderlijke van het gewone.

En ik her-voel hoe oma fruit schilde, met aandacht, een scherp mesje, de sinaasappelstukjes ontdaan van witte draadjes. De stukjes neergelegd op een schoteltje. Een herinnering tijdens een periode waarin ernstige ziekte ook realiteit was. En ik herinner me geen woorden of reflectie. Stilzwijgend. Een sinaasappel in stukjes, haar dagelijkse routine. Gewoon. Aandachtig.

waar je zelf controle over hebt

“De medepatiënten die we tegenkomen hebben elk hun eigen doolhof in de ggz. De één heeft ‘geluk’ en is binnen een half jaar onder de pannen, de ander wordt al meer dan een jaar van het kastje naar de muur gestuurd. En waar dat van afhangt? Misschien de daadkracht van je verwijzer, misschien je diagnose, misschien je vorig jaar gekozen zorgverzekeraar. In elk geval niets waar je zelf controle over hebt. Geen keuzevrijheid, maar willekeur.”

Een bericht, deze week in Trouw. Herkenbaar beeld voor veel clienten, maar ook vanuit behandeling. Wij staan erbij, kijken ernaar. Het is wat het is. We gaan verder met ons werk. Zal het ooit anders worden, beter worden. Uitingen dat iets niet te tolereren is, beamen we. Maar verder? We omarmen het model van positieve gezondheid, eigen regie, hersteldenken, herstelgericht werken of welke andere bewoordingen we zoeken om iets te verbeteren, veranderen.

Al eerder schreef ik: Als menselijke waardigheid in aandacht, spreken en luisteren niet langer tot een product of dienst verheven wordt, hoeveel zorg is er dan nodig in Nederland? Van tekort aan adem, naar overvloed aan adem. 17 miljoen toch?

Het is niet moeilijk om te begrijpen dat er tijd, een lange adem nodig is om te veranderen. Het is niet ingewikkeld dat gewoonten, werkwijzen, overtuigingen en structuur ons houvast bieden en dat we bij geen goed alternatief dit niet los kunnen laten. Het is realiteit dat iedereen zijn best doet, om de wachtlijsten te verkorten, te onderzoeken. Dat we ons samen sterk maken voor goede zorg van de zogenoemde ‘verwarde’ mens. Wij doen ons best en toch.

De vraag aan de minister van clienten. Beste minister, wij willen behandeld worden. En als we het nu omdraaien, aan de minister de vragen stellen, zoals wij binnen herstel werken

Minister, Wat is er met de ggz gebeurd?
Minster, Wat is de kwetsbaarheid weerbaarheid van de ggz?
Minister, Waar wil je naar toe met de ggz?
Minster, Wat heb je daarin van ons, van mij, nodig?

Wat wij hebben geleerd binnen de ggz zijn de kleine stappen, doen wat nodig is, vanuit positieve gezondheid. Durven loslaten wat kan.

En wat nog steeds niet lukt, is onze ogen sluiten. Niet voor die ene persoon, maar voor zoveel vechters voor herstel.
Het lukt ons niet om onze ogen te sluiten voor die dappere mensen die blijven dwalen binnen de ggz, van het kastje naar de muur.

Van diagnose naar diagnose, van opname naar ambulant, naar een wachtlijst met soms weer een klein beetje hoop.
En als ik dan een bericht ontvang dat één van die dappere mensen te moe was om nog te vechten, het leven heeft verlaten. Ik hoop maar dat er ergens iemand is geweest die deze mens heeft gezien, niet als een client in een DBC of als één van de vele mensen op de wachtlijst.

ver-antwoord leiderschap

In een conflict of in een situatie waarin spanning heerst, kijken we vaak naar een ander. Wie doet hier wat? Heeft iemand verantwoordelijkheid genomen? Waar ligt de(!) verantwoordelijkheid? Heeft de organisatie wat moest gebeuren waar gemaakt?

Ik wil geen lans breken dat er een organisatie geen verantwoordelijkheid heeft. Zeker niet. Maar als we een organisatie zien als een verzameling van mensen, dan begint verantwoording bij ons. Bij onze verantwoordelijkheid. In een spanning, conflict wijzen we al snel naar directie, management. Wijst management naar medewerkers, wijzen collega’s naar elkaar.

Ik bedenk me wat er gebeurt als wij deze vanzelfsprekendheid doorbreken. Als we bij een conflict niet meer direct naar de ander gaan wijzen. Niet meer voor de ander gaan bepalen of bedenken wat er wel of niet had moeten gebeuren. Niet meer de ander wijzen op de fouten, tekortkomingen. Maar dat wij in het ‘hier en nu’ beginnen bij onszelf.

Wat heb ik wel of niet gedaan dat dit zo is ontstaan? Wat heb ik gedaan waardoor dit conflict er is gekomen? Beseffen, en uitspreken naar collega’s, naar MT-leden, niet vanuit de verwachting dat de ander hetzelfde dan wel zal doen. Niet op voorwaarde dat. Maar in een basishouding van verantwoord persoonlijk leiderschap.

Breken met de regels van een ander ter verantwoording roepen, het bij een ander neerleggen. Beginnen bij jezelf, jezelf in het hier en nu verantwoorden naar de ander. En dan zwijgen, dienen,  om de ander ruimte te geven om je verantwoording te ontvangen. Stil te staan en eigen keuzes maken. Niet op de door jouw bepaalde tijd. Een levenshouding van vertrouwen, echt vertrouwen zonder voorwaarden.

Je bent het zelf en de ander waard. Ver-antwoorden, zonder een ander ter verantwoording te roepen. Het geeft ons ruimte om te veranderen, te antwoorden.

de zin van het bestaan

Rond de zomer vroeg ik in het kader van de opleiding aan mensen, denk jij na over de zin van je leven, over de zin van je bestaan? Een te grote vraag die lastig te beantwoorden is. Want wie is in staat de zin van leven te benoemen, verwoorden? Ik zelf, zocht het ook in een groot verhaal.

Een paar maanden verder. Het grote verhaal staat nog steeds. Tegelijkertijd in het besef van zin, betekenis van leven, zijn de momenten in het ‘hier en nu’ wezenlijker geworden. Het is relatief eenvoudiger om over de toekomst na te denken, over de ‘trage vragen’ van het leven. Maar wat vraagt het ‘hier en nu’ van mij? Welke vraag wordt aan mij gesteld?

Viktor Frankl zegt over de vraag aan betekenis, de vraag naar zin van het leven wordt niet door de mens, maar aan de mens gesteld. Het leven stelt deze vraag aan ons, aan ieder persoonlijk. En van ons wordt verwacht om de vraag zo betekenis vol te beantwoorden. Elke situatie heeft in potentie zin en betekenis. In potentie, omdat het aan ons is om die zin en betekenis te ontdekken.

Wat is zin, wat is betekenis? Betekenis is volgens Frankl iets wat we eerder ontdekken dan uitvinden. Betekenis ontdekken we door te leven, vooral door liefde, het scheppen van dingen en de manier waarop we naar dingen kijken. Door betekenis aan het lijden te geven, wordt het verdraagbaar.

En als ik de levensles van Frankl in het leven van ‘hier en nu’ toepas, dan kom ik mezelf eerst tegen. Door te leven in liefde, de manier waarop ik naar dingen kijk. En daar is de vraag die het leven aan mij stelt. Hoe kijk ik naar leven, naar mezelf, naar de ander. Durf ik te verdragen wat ik daar tegenkom. Jan Rotmans deelde een mooie boodschap. In wezenlijke veranderingen binnen organisaties en samenleving komen we ten diepste uit bij onszelf. Daar waar we ons eigen angst durven te ontdekken en te erkennen, ontstaat ruimte voor verandering.

De vraag naar zin, betekenis van ons bestaan ontdekken door te leven, door liefde. Jacques Graste schreef: ‘Aandacht is liefde en liefde is aandacht. Aandacht betekent liefdevol kijken, zonder bijbedoelingen, zonder doel. Aandacht betekent een opschorting van het denken, om leeg te worden en te wachten op inspiratie’.

Met aandacht, liefde kijken. Niet om het leven uit te vinden, maar om te ontdekken. De vraag die aan mij gesteld wordt. In het ‘hier en nu’. Het is aan mij om houding te bepalen, te ver-dragen wat ik tegenkom. Om vanuit daar naar de ander, verder te gaan.

de stervende zorgorganisatie

Er is nog adem met de vraag hoeveel tijd nog? Lange wachtlijsten, toenemende kosten, de vraag naar het resultaat van behandeling, tekort aan personeel, ons zorgsysteem slibt dicht.

Maandag 22 oktober, Amsterdam Pakhuis de Zwijger. Een avond op het initiatief van schrijver en journalist Henk Blanken, parkinsonpatiënt met een grote kans op dementie. Wij zijn in dialoog over het moment van euthanasie bij dementie. Over het verdwijnen van het maatschappelijk taboe en tegelijkertijd de aanwezigheid van het persoonlijk taboe.  Het stelt mij de vraag  of we elkaar durven te spreken over de dood als uitkomst. Durven we bij elkaar te verblijven in de vraag over het verlies van levenswaardigheid en ons verlangen naar mens-waardigheid.  Wat is de waarde, wat is de zin van leven? In de persoonlijke ervaringen die gedeeld werden, is ook een andere vraag hoorbaar. Had mijn moeder 5 jaar eerder kunnen sterven, willen sterven? Waarom leveren we zorg aan elkaar waar we in wezen niet om vragen? Wezen, wat vraagt het ons?

Dinsdag 23 oktober, dagblad Trouw: De maatregelen die nu worden genomen tegen wachtlijsten, zoals de wachttijdcontroles die de inspectie voor de gezondheidszorg uitvoert bij ggz-instellingen, slaan de plank mis. Huisarts Barnhoorn herkent dat. “Iedereen komt verdrietige of lastige vragen tegen in het leven. Er is niet zo gauw een luisterend oor. Mensen vragen al snel: moet je niet naar een psycholoog? Maar het kan best een half jaartje tegen zitten. Het leven is niet altijd alleen maar fantastisch.” De is-dit-nu-alles-mensen vragen hem als huisarts om een verwijzing naar de ggz: die hebben ze nodig als ze die zorg vergoed willen krijgen. Barnhoorn heeft soms moeite om zo’n verwijzing te geven. “Ik vraag me af: mogen we dit wel vragen van de maatschappij, we betalen met elkaar die zorg? Deze mensen zijn misschien elders beter op hun plek.” Mens, wie luistert er naar?

Woensdag 24 oktober in Nijmegen Dirk de Wachter: We moeten juist onze eigen kwetsbaarheid durven kennen en durven tonen, dat we wat meer elkaars psychiater moeten zijn in de gewone lastigheden van het leven. We moeten niet noodzakelijk naar de psychiater, maar we moeten elkaar vinden.

3 dagen stilstaan bij de vraag, het taboe, het wezen, de mens en elkaar. Vanuit dit perspectief kijken naar zorg en zorginnovatie. Als de adem van de gezondheidszorg in mensen en middelen opraakt. Wat zegt of vraagt het ons? Is er ook binnen samenleving en zorgorganisaties een maatschappelijk of persoonlijk taboe?

Het gesprek over leven en dood, over bestaan en continuïteit, over het vermogen om te onderscheiden. Het gesprek over levenseinde en levenswaarde. Het gesprek over het half jaartje waarin het minder gaat. Het gesprek met elkaar.

Ik merk op. Als menselijke waardigheid in aandacht, spreken en luisteren niet langer tot een product of dienst verheven wordt, hoeveel zorg is er dan nodig in Nederland? Van tekort aan adem, naar overvloed aan adem. 17 miljoen toch?

Belcanto

Twee weken geleden volgde ik in Wenen een 2-daagse workshop toegepaste logotherapie Belcanto van Peter A. Leussink. En vanuit de wijsheid van het chinese spreekwoord, laat me iets ervaren en ik zal het begrijpen, besloot ik me over te geven aan deze leerervaring. Tenminste.

Besluiten je over te geven. Met een duidelijke verwachting van gewenste uitkomsten. Alsof er een plan is die het antwoord geeft.

De eerste dag van de workshop raak ik ontregeld. Mijn ratio die bedacht had wat ik ging doen en ontvangen kreeg geen verbinding. Omdat ik besloten had me daaraan over te geven, accepteerde ik het als een gegeven. En op het moment dat bij mij de frustratie zich uitte, ervaarde ik de werking van Belcanto. – houding – ademhaling – stem -, slechts en toch wel drie stappen.

Het eerste gedeelte van het chinese spreekwoord is: Vertel me iets en ik zal het vergeten. Laat me iets zien, en ik zal het misschien onthouden. Ik heb heb niet gehoord, ik heb niet gezien. Ik heb het ervaren. En daaruit leerde ik.

Zo vaak bedenken we wat nodig is, of wat je nodig hebt. En daarmee wordt de ruimte beperkt. Om te bewegen. Om te veranderen.  Om in de relatie te laten ontstaan wat er is. Wat al aanwezig is in de ander, in jezelf en in wat daartussen gebeurt. Om vanuit vrijheid te kunnen leven, maken we eerst een keuze in het aannemen van onze houding, uit te ademen en te spreken. Zonder angst, zonder verwachting. Spreken omdat het er al is, het mag gezegd worden.

PS Wanneer Peter Leussink naar Nederland komt zal er de mogelijkheid zijn om een eerste oriëntatie te doen in het werken met Belcanto.  Deze methodiek wordt o.a. in Oostenrijk en Guatemala ingezet bij mensen met een depressie, trauma en dementie. Wie interesse heeft om deze oriëntatie te volgen kan contact opnemen via mail info@josay.nl of 06 132 732 07