de stervende zorgorganisatie

Er is nog adem met de vraag hoeveel tijd nog? Lange wachtlijsten, toenemende kosten, de vraag naar het resultaat van behandeling, tekort aan personeel, ons zorgsysteem slibt dicht.

Maandag 22 oktober, Amsterdam Pakhuis de Zwijger. Een avond op het initiatief van schrijver en journalist Henk Blanken, parkinsonpatiënt met een grote kans op dementie. Wij zijn in dialoog over het moment van euthanasie bij dementie. Over het verdwijnen van het maatschappelijk taboe en tegelijkertijd de aanwezigheid van het persoonlijk taboe.  Het stelt mij de vraag  of we elkaar durven te spreken over de dood als uitkomst. Durven we bij elkaar te verblijven in de vraag over het verlies van levenswaardigheid en ons verlangen naar mens-waardigheid.  Wat is de waarde, wat is de zin van leven? In de persoonlijke ervaringen die gedeeld werden, is ook een andere vraag hoorbaar. Had mijn moeder 5 jaar eerder kunnen sterven, willen sterven? Waarom leveren we zorg aan elkaar waar we in wezen niet om vragen? Wezen, wat vraagt het ons?

Dinsdag 23 oktober, dagblad Trouw: De maatregelen die nu worden genomen tegen wachtlijsten, zoals de wachttijdcontroles die de inspectie voor de gezondheidszorg uitvoert bij ggz-instellingen, slaan de plank mis. Huisarts Barnhoorn herkent dat. “Iedereen komt verdrietige of lastige vragen tegen in het leven. Er is niet zo gauw een luisterend oor. Mensen vragen al snel: moet je niet naar een psycholoog? Maar het kan best een half jaartje tegen zitten. Het leven is niet altijd alleen maar fantastisch.” De is-dit-nu-alles-mensen vragen hem als huisarts om een verwijzing naar de ggz: die hebben ze nodig als ze die zorg vergoed willen krijgen. Barnhoorn heeft soms moeite om zo’n verwijzing te geven. “Ik vraag me af: mogen we dit wel vragen van de maatschappij, we betalen met elkaar die zorg? Deze mensen zijn misschien elders beter op hun plek.” Mens, wie luistert er naar?

Woensdag 24 oktober in Nijmegen Dirk de Wachter: We moeten juist onze eigen kwetsbaarheid durven kennen en durven tonen, dat we wat meer elkaars psychiater moeten zijn in de gewone lastigheden van het leven. We moeten niet noodzakelijk naar de psychiater, maar we moeten elkaar vinden.

3 dagen stilstaan bij de vraag, het taboe, het wezen, de mens en elkaar. Vanuit dit perspectief kijken naar zorg en zorginnovatie. Als de adem van de gezondheidszorg in mensen en middelen opraakt. Wat zegt of vraagt het ons? Is er ook binnen samenleving en zorgorganisaties een maatschappelijk of persoonlijk taboe?

Het gesprek over leven en dood, over bestaan en continuïteit, over het vermogen om te onderscheiden. Het gesprek over levenseinde en levenswaarde. Het gesprek over het half jaartje waarin het minder gaat. Het gesprek met elkaar.

Ik merk op. Als menselijke waardigheid in aandacht, spreken en luisteren niet langer tot een product of dienst verheven wordt, hoeveel zorg is er dan nodig in Nederland? Van tekort aan adem, naar overvloed aan adem. 17 miljoen toch?