waar je zelf controle over hebt

“De medepatiënten die we tegenkomen hebben elk hun eigen doolhof in de ggz. De één heeft ‘geluk’ en is binnen een half jaar onder de pannen, de ander wordt al meer dan een jaar van het kastje naar de muur gestuurd. En waar dat van afhangt? Misschien de daadkracht van je verwijzer, misschien je diagnose, misschien je vorig jaar gekozen zorgverzekeraar. In elk geval niets waar je zelf controle over hebt. Geen keuzevrijheid, maar willekeur.”

Een bericht, deze week in Trouw. Herkenbaar beeld voor veel clienten, maar ook vanuit behandeling. Wij staan erbij, kijken ernaar. Het is wat het is. We gaan verder met ons werk. Zal het ooit anders worden, beter worden. Uitingen dat iets niet te tolereren is, beamen we. Maar verder? We omarmen het model van positieve gezondheid, eigen regie, hersteldenken, herstelgericht werken of welke andere bewoordingen we zoeken om iets te verbeteren, veranderen.

Al eerder schreef ik: Als menselijke waardigheid in aandacht, spreken en luisteren niet langer tot een product of dienst verheven wordt, hoeveel zorg is er dan nodig in Nederland? Van tekort aan adem, naar overvloed aan adem. 17 miljoen toch?

Het is niet moeilijk om te begrijpen dat er tijd, een lange adem nodig is om te veranderen. Het is niet ingewikkeld dat gewoonten, werkwijzen, overtuigingen en structuur ons houvast bieden en dat we bij geen goed alternatief dit niet los kunnen laten. Het is realiteit dat iedereen zijn best doet, om de wachtlijsten te verkorten, te onderzoeken. Dat we ons samen sterk maken voor goede zorg van de zogenoemde ‘verwarde’ mens. Wij doen ons best en toch.

De vraag aan de minister van clienten. Beste minister, wij willen behandeld worden. En als we het nu omdraaien, aan de minister de vragen stellen, zoals wij binnen herstel werken

Minister, Wat is er met de ggz gebeurd?
Minster, Wat is de kwetsbaarheid weerbaarheid van de ggz?
Minister, Waar wil je naar toe met de ggz?
Minster, Wat heb je daarin van ons, van mij, nodig?

Wat wij hebben geleerd binnen de ggz zijn de kleine stappen, doen wat nodig is, vanuit positieve gezondheid. Durven loslaten wat kan.

En wat nog steeds niet lukt, is onze ogen sluiten. Niet voor die ene persoon, maar voor zoveel vechters voor herstel.
Het lukt ons niet om onze ogen te sluiten voor die dappere mensen die blijven dwalen binnen de ggz, van het kastje naar de muur.

Van diagnose naar diagnose, van opname naar ambulant, naar een wachtlijst met soms weer een klein beetje hoop.
En als ik dan een bericht ontvang dat één van die dappere mensen te moe was om nog te vechten, het leven heeft verlaten. Ik hoop maar dat er ergens iemand is geweest die deze mens heeft gezien, niet als een client in een DBC of als één van de vele mensen op de wachtlijst.